woensdag 18 juni 2008

Hoofdstuk 19 - En hoe nu verder....?

Het was zaterdagavond zeven uur en rechercheur Joost van der Vlies plofte neer op de bank in zijn zitkamer. Hij keek naar het wijnrek in de hoek van de kamer. Zou hij een fles open trekken? Hij had tot en met maandag geen dienst dus in theorie zou hij eindelijk weer eens wat tijd hebben voor zichzelf. In de praktijk kwam het er echter vaak op neer dat hij de helft van zijn vrije dagen of op het politiebureau doorbracht met een of andere crisis of achter zijn eigen bureau in zijn studeerkamer met allerlei achterstallig werk. Wat een vak!

Hij besloot eerst zijn uniform uit te trekken en een hete douche te nemen. In de badkamer keek hij in de spiegel en hij was absoluut niet content met wie er terug keek. Zijn anders helblauwe ogen waren dof van vermoeidheid en de baard die hij nu een paar weken had, vervulde hem ineens met afschuw. Hij greep de tondeuse en een kwartier later stonden zijn ogen nog steeds dof maar zonder baard oogde het geheel al een stuk frisser.

Na het douchen trok hij een spijkerbroek en shirt aan en begaf hij zich naar de keuken. De inhoud van de koelkast kon niet anders omschreven worden als sneu. Het pak melk was ongeveer een lichtjaar over de houdbaarheidsdatum en er stond nog een bakje met bami van de afhaalchinees waar zeer dubieuze dingen op begonnen te groeien. Hij gooide alles in de vuilnisbak en zocht het telefoonnummer op de pizza bezorgdienst. Toch maar eens een keer weer boodschappen doen.

Hij had de fles wijn toch maar opengetrokken en terwijl hij op de pizza wachtte, liet hij zijn gedachten gaan over de ontvoeringszaak die hij nu onder handen had. Het was een ingewikkelde zaak met allerlei rare en onverklaarbare aspecten en hij had het idee dat hij volstrekt achter de feiten aan liep. Hij baalde stevig dat ze te laat waren gekomen bij die bunker en die boerderij en dat daar ook nog eens alles aan sporen en aanknopingspunten vast liep.

Hij wist niet goed meer waar hij moest beginnen. Goed, hij was er redelijk zeker van dat degene achter deze zaak Klazien heet en dat deze Klazien bezig is met één of andere wraakzuchtige missie. Maar waarom? Hij griezelde even toen hij dacht aan het verhaal van Linda. Hijzelf was in het verleden verwikkeld geweest in een aantal bizarre relaties maar een dergelijke relatie met je moeder… Hij nam maar gauw een slok wijn. Hij had medelijden met haar maar ook met Patrick, die net zijn oude liefde weer opnieuw had ontdekt en nu dit moest doormaken.

De naam Klazien riep bij hem een aantal erg nare associaties op met een intens gemene oudtante. Deze oudtante had tot haar dood op 97 jarige leeftijd de hele familie geterroriseerd. Elke keer als hij de naam Klazien hoorde of las, dan werd hij bijna fysiek naar. Waar hij ook bijna fysiek naar van werd was het feit dat hij nergens echt goed de vinger op kon leggen. Hij had de verhalen van Linda en Patrick in zijn hoofd herhaald en herhaald en vermoedde dat hij iets over het hoofd zag maar het bleef duister.

Hij schrok op toen de bel ging. De pizza zag er toch best smakelijk uit. In de keuken sneed hij de pizza in stukken en legde de stukken op een bord. Uit de doos eten was helemaal zo zielig. Met het bord keerde hij terug naar de bank en zijn glas wijn. Al etend piekerde hij verder. Het motief kreeg hij ook niet echt helder. De lesbische kant van het verhaal was op zich redelijk duidelijk. Veel jaloezie. Dat kwam wel vaker voor en niet alleen in lesbische relaties, wist hij. Maar waarom ook Daan ontvoeren? Wat had deze Daan Klazien aangedaan? Was hij niet blij geweest dat zijn moeder een relatie met haar had gehad? Naar het scheen was deze jonge man het afgelopen jaar voor het merendeel in Londen geweest dus echt een rol van betekenis in de relatie had hij niet gespeeld, vermoedde hij.

Hij was er ook redelijk van overtuigd dat deze Klazien alleen handelde. Hij had de bunker en de boerderij aan een grondig onderzoek onderworpen en sporen gevonden van twee mensen die in de bunker aan de muur vastgeketend hebben gezeten. Verdere sporen wezen duidelijk op een ander persoon. Verder had hij geen sporen van andere mensen gevonden. Zijn ervaring was dat bij misdaden uit wraak vaak slechts een dader betrokken was.

Maar waarom dan dat suffe gedoe met die brieven, foto’s en dat aftellen van de dagen? Waar waren ze nu ook al weer aangeland? O ja, Patrick had hem verteld dat er achter op de foto van Daan en Sophie geschreven stond dat het nog 52 dagen zou duren. Hij had Patrick opdracht gegeven de foto bij het bureau langs te brengen en aan zijn collega te geven. Willemien Agema had het weekend wel dienst en hij was benieuwd wat zij er van vond. Zelf irriteerden dit soort details hem in hoge mate. Wraakzuchtige vrouwen die teveel Agatha Christie hadden gelezen; niet zijn idee van een dolle zaak.

Hij gooide de pizzakorsten bij de bloeiende bamiresten in de vuilnisbak en twijfelde over een tweede glas wijn. Hij deed echter de kurk weer in de fles en zette koffie. Na twee slokken koffie zette hij zijn beker op het aanrecht, pakte zijn jas en liep naar de voordeur. Er waren gewoon teveel vragen en onduidelijkheden en hij moest het samen met Willemien maar eens even op een rijtje gaan zetten.

Joost trof Willemien in hun gezamenlijke kantoortje. Willemien keek op van een rapport dat ze aan het lezen was en glimlachte. “Ik had je al eerder verwacht.“ zei ze, terwijl ze opstond om koffie te zetten. Joost keek wat betrapt. “De zaak laat me niet los” zei hij. Willemien pleegde allerlei schermutselingen met het bejaarde koffiezetapparaat op de archiefkast, zette twee mokken klaar en zuchtte. “Mij ook niet. Ik vind de zaak luguber. De haat en het verdriet druipt er af. Die Klazien is volgens mij volledig door het lint aan het gaan. En ik heb nog geen idee hoe het allemaal in elkaar steekt. Als ik heel eerlijk ben, zijn we van die inval in de bunker ook geen steek wijzer geworden.” Zij schonk de mokken vol en overhandigde er een aan Joost. Voor een moment genoten ze beiden in stilte van hun koffie. Toen zei Joost: “Dat ben ik niet helemaal met je eens. We zijn het er volgens mij wel over eens dat de sporen in de bunker wijzen op één dader en dat dat die Klazien is. Ik vraag me alleen af waar ze zo snel Daan en Sophie naar toe heeft gebracht en hoe ze dat in haar eentje heeft klaargespeeld.” Willemien trok haar wenkbrauw op. “Weet je zeker dat ze alleen is?” vroeg ze. Joost knikte. “Wraak is een erg eenzame emotie” stelde hij. Hij nam nog een slok koffie. “Wat hebben we nu eigenlijk concreet in de zaak? Heb jij het dossier bij de hand?”. Willemien knikte bevestigend en begon in een la te rommelen. “Hier” zei ze, terwijl zet het dossier aan Joost overhandigde. “Compleet met alle charmante correspondentie, tot op de laatste foto die door Patrick hier is gebracht.”

Joost opende het dossier en rook een vage parfumlucht afkomstig van de brieven en kaarten die Patrick en de dames op hun deurmat hadden aangetroffen. Het cyclaamkleurige papier en de twee identieke zwart/wit kaarten had hij reeds eerder in handen gehad en ook nu viel hem niets nieuws op. Ook allerlei forensische onderzoeken hadden niets opgeleverd, behalve dat zowel de kaarten als de brieven besprenkeld waren met parfum. Hij zag de foto van Daan en Sophie, vastgeklonken aan een muur, voor het eerst. Hij herkende het interieur van de bunker. Het onderzoeksteam had foto’s gemaakt bij de inval en deze waren ook aan het dossier toegevoegd. Er zat zelf een foto bij die vanaf ongeveer dezelfde positie was genomen als de foto die Patrick had ontvangen. Op deze foto ontbraken Daan en Sophie maar waren wel de ketenen te zien die in de muur vastgeklonken waren.

“Wanneer is dit allemaal begonnen?” vroeg Willemien zich af. Joost sloeg aan het rekenen. Het was vandaag 10 mei en er zijn…. 25 van de 77 dagen verstreken dus… “De eerste brief werd zowel bij Linda en Sophie als bij Patrick op 15 april bezorgd. Op 16 april krijgt ene Angelique een auto-ongeluk. Patrick ziet dit toevallig vanuit de tram en komt voor het eerst sinds jaren zijn oude liefde Daan op die dag tegen. Angelique is zijn moeder. Zij is met hersenletsel in het ziekenhuis opgenomen en ligt in coma. Van Patrick heb ik begrepen dat er een mysterieuze dame regelmatig aan het bed van Angelique zat en dat dit waarschijnlijk haar nieuwe vriendin was. Een week later op dinsdag 22 april krijgen Patrick en Linda en Sophie het zwart/wit kaartje met een look-alike van Koningin Wilhelmina als kind thuisbezorgd.” Willemien ijsbeerde al koffiedrinkend door het kantoor en vroeg: “Zou de voorkant van het kaartje nog een betekenis hebben?” Joost bekeek de kaartjes nog eens. “Ik zou het niet weten, er staat op beide kaarten alleen dat “het” begonnen is.” Joost hervatte zijn samenvatting. “Een dag later, op 23 april sterft Angelique en zij wordt op 28 april begraven. De mysterieuze vriendin is aanwezig in de kerk en blijkt Kazien te heten maar heeft verder geen contact met de kinderen van Angelique en de rest van de familie.”

“Wat me toen verbaasde” vervolgde Willemien “is dat ze op de avond na de begrafenis, weer een kaart kregen, iets met bloemen er op geloof ik, met de tekst “nog 69 dagen” er op geschreven. Niemand heeft hier toen veel aandacht aan besteed omdat op die nacht Sophie verdween en een dag later Daan ontvoerd werd tijdens die picknick. Maar het kaartje klopt niet!” besluit Willemien stellig.

Joost rommelde door het dossier en pakte de bewuste kaartjes er bij. Beide kaartjes hadden een neutraal bloemstukje op de voorkant, erg dertien in een dozijn. “Waarom klopt dit niet?” vroeg Joost, terwijl hij het kaartje nog eens goed bekeek. Willemien stond midden in het kantoor stil en keek Joost indringend aan. “Reken maar na, het is dertien dagen later dan vijftien april dus zou er moeten hebben staan “nog 64 dagen, en niet “nog 69 dagen”. Joost pakte een vergrootglas uit de lade van zijn bureau en bekeek de tekst op de kaartjes nog eens goed. De negens kunnen met een beetje fantasie ook voor een vier doorgaan. Dan ziet hij dat op de voorkant van de kaartjes, boven de bloemstukjes, de tekst “Met oprechte deelneming” staat. “Volgens mij moeten we die 69 dagen rekenen vanaf de sterfdag van Angelique, dan klopt het wel” redeneerde Joost. “Maar ik weet niet waarom ze dan pas zo laat bezorgd zijn. Ik vind het moeilijk om in die verwarde geest van deze Klazien te kijken”.

Willemien schonk de laatste koffie uit, vond een pak chocoladekoekjes in haar lade, trok deze open en bood Joost een koekje aan. Joost schudde zijn hoofd en vroeg Willemien wat ze eigenlijk weten van die Klazien. “Nou”, zei Willemien “volgens mij is het een wanhopige vrouw die grote risico’s neemt. Als je gewoon de ontvoeringen bekijkt. Sophie wordt gewoon uit haar huis geplukt terwijl Linda ligt te slapen en Daan wordt nota bene in het park bedwelmd en ontvoerd. Op klaarlichte dag. En ze is fysiek erg sterk. Versleep maar eens een bewusteloos lichaam, daar heb je erg veel kracht voor nodig.”

Een piepje uit zijn computer vertelde Joost dat hij nieuwe e-mail heeft. Terwijl Willemien nog eens samenvat dat Klazien psychisch ernstig in de war moet zijn, opende Joost het nieuwe mailtje. “Stil eens”, zei Joost tegen Willemien. “Ik had Pieter toch gevraagd om uit te zoeken op wiens naam het huis in Bergen staat en eens wat archieven te raadplegen? Ik krijg nu van hem een mail met de gegevens. Er zijn er meer die doortrekken op de zaterdagavond.”
Hij opende de bijlage in het mailtje en begon te lezen. “Ze heet volledig Klasina Geertruida Gesina van Klaveren en is geboren op 2 maart 1953. De boerderij in Bergen is haar geboortehuis en ze staat hier ook geregistreerd.” Willemien loopt om de bureaus heen om mee te lezen met het rapport. “Ze heeft inderdaad een kind gekregen in 1975 en is daarna gaan studeren in Amsterdam en… hee, dat is toevallig. “ Willemien pakte het dossier van het bureau en bladerde door de verslagen naar de gegevens van het eerste gesprek met Patrick. “Kijk”, zegt ze, terwijl zij het dossier voor Joost neerlegt. “Ze heeft jaren gewerkt bij hetzelfde bedrijf als Patrick als manager HRM. Volgens mij heeft Patrick haar opgevolgd”.

Joost bladerde naar de gegevens van Patrick en reikte naar de telefoon.

Auteur: Christiaan

Geen opmerkingen: