dinsdag 13 november 2007

Hoofdstuk 11 - De ontvoering

Klazien was niet verbaasd dat de deur niet op slot was, er was niets dat haar nog kon verbazen. Ze kwam in de hal die een beetje verlicht werd door de buitenlamp. Ze stond doodstil en luisterde, keek rustig om haar heen. Hier was Angelique dus wel gelukkig geweest. Klazien deed even haar ogen dicht en in haar verbeelding zag ze Angelique vrolijk binnen komen roepen dat ze thuis was. Ze opende haar ogen weer en liep zachtjes door de gang. Ze deed haar hand in haar jaszak en voelde de revolver die koud tegen haar hand aan kwam. Ze haalde hem er zachtjes uit. Ze liep door en keek tegen de rug van Sofie, die zich er niet van bewust was dat er een ander in de kamer was.
Dat was niet van lange duur. Sofie voelde dat er iets tegen haar hoofd werd gedrukt en keek om, recht in de blauwe ogen van Klazien. “Eén woord en je bent er geweest” siste Klazien. Sofie voelde haar hart een sprong maken. ”Je gaat mee, sta op!” snauwde Klazien zachtjes. Ze liepen door de gang naar buiten. Klazien had er voor gezorgd dat de auto voor de deur stond. Ze opende de kofferbak en dwong Sofie er in, daarna stapte ze in de auto en reed snel weg. Sofie was in haar leven nog nooit zo bang geweest. Ze had het koud en rilde. Ze probeerde de kofferbak van binnenuit open te maken maar het lukte niet.

Klazien had niet gedacht dat het zo makkelijk zou gaan. Ze hield zich aan de snelheid en reed richting Bergen, naar de oude boerderij van haar ouders. Haar ouders waren al jaren dood en niemand woonde daar meer. De bunker die op het terrein stond wist niemand te vinden.
Het was altijd haar bunker geweest. Als kind speelde ze er in. Haar vader had zelfs een nieuwe deur van dik hout voor haar er in gezet, zodat niemand er in kon. Ze lachte en draaide de muziek harder zodat ze Sofie niet kon horen bonken. De woorden van het lied kende ze van buiten, het was "Island" van Heather Nova, daar was Angelique gek op geweest. Ze zong rustig mee en voelde zich meegenomen door het lied.

Linda werd wakker en zag de op de wekker dat het zes uur was. Vreemd dacht ze, was Sofie zo vroeg op? Ze stapte uit bed en ging naar beneden, zag dat er een glas wijn onaangeroerd op tafel stond.
Ze riep Sofie, maar kreeg geen antwoord. Ze ging naar de keuken en zag dat de honden nog rustig in hun mand lagen. Ze vond het steeds vreemder. Ze zette koffie en dacht, misschien is ze een stuk gaan wandelen. Dat deed Sofie wel meer, maar meestal nam ze de honden dan mee.
Ze ging aan de keukentafel zitten en wachtte op de koffie en op Sofie. Ze dacht na over deze relatie, over Sofie, waarom zocht ze het altijd bij oudere vrouwen? Zou het zijn omdat haar relatie met haar moeder altijd zo moeilijk ging? Zelfs nu nog. Ze dacht aan de dag dat ze voor het eerst in het huis van Sofie en Angelique kwam. Angelique deed heel aardig, ze zaten in de tuin op een zwoele avond en Angelique was zich van geen kwaad bewust. Linda ervaarde haar als een temperamentvolle vrouw. Zij wist dat ze daar niet aan kon tippen, maar blijkbaar kon Sofie dat ook niet en daarom ging het allemaal zo makkelijk. Angelique er uit en zij er in.
En nu was ze dood. Ze had gezorgd dat alles van Angelique uit het huis verdween en lag soms languit - benen en armen gespreid- op het plekje in het bed dat eerst van Angelique was. Maar nu voelde ze een angststeek als ze aan Klazien dacht.
Nee, ze zou het nooit aan Sofie vertellen.

Klazien parkeerde de auto voor de bunker, deed de kofferbak open en zei: “Er uit!” Sofie knipperde met haar ogen en keek om zich heen. Ze voelde angst en moest haar tranen bedwingen. Ze zag een grijze donkere bunker voor zich. De deur die openstond was van stevig hout gemaakt. Er kwam licht uit. Langzaam liep ze naar binnen en wat ze daar zag vervulde haar met angst. Er brandde alleen een olielamp maar die gaf genoeg licht om alles te zien. Aan de ene muur hingen allemaal foto’s van Angelique. Aan de andere muur hingen drie kettingen en er lagen drie matrassen op de grond. Verder geen raam dus geen daglicht.

Klazien beval Sofie om op een van de matrassen te gaan liggen, deed een ketting om haar been, gooide een deken naar haar toe en wees op de emmer die naast haar matras stond. Daarna stak ze een sigaret aan en keek lachend naar Sofie. Sofie vroeg huilend: ”Waarom, waarom?”
”Hoe durf jij te vragen waarom! Waar was jij toen Angelique in haar waanzin leefde. Waar was jij toen ze in coma lag? Jij die haar spullen er een voor een uitgooide.
Ik heb dat allemaal met haar mee gemaakt, haar tranen en wanhoop, haar zelfbeschadiging. Haar gegil uit angst in het donker. Haar wantrouwen tegen iedereen die aardig voor haar wilde zijn. Haar eenzaamheid. Ik hield haar vast in het donker tot ze sliep.
Hoe weinig betekent een mensenleven voor jou. Maanden zeg je tegen haar hoe veel je om haar geeft en binnen een week is het anders, wie is er nou ziek zij of jij? Maar lijden zul jij 100 keer erger dan zij. Angelique is dood, maar jij had daar moeten liggen en niet zij!”
Met die woorden liep Klazien de bunker uit en gooide de deur dicht. Ze stond met haar rug tegen de deur geleund en ze voelde haar hart hevig kloppen in haar keel. Ze hijgde van woede en ze moest zich bedwingen om niet weer naar binnen te gaan. Ze liep naar de auto en reed weg.

Sofie bleef achter en keek naar het vlammetje van de olielamp. Ze sloeg de deken om zich heen. Het was klam en vochtig in de bunker. Ze kon de foto’s van Angelique die aan de muur waren geplakt goed zien. Ze keek naar de twee overgebleven matrassen, zou er nog iemand bij komen? Ze wist het niet, het enige wat ze wel wist was dat de blik in de ogen van Klazien van een waanzinnige was en dat voorspelde niets goed.

Linda had al haar vijfde kop koffie gedronken en begon zich af te vragen of ze niet iemand moest bellen, het duurde nu wel erg lang. Maar ze wist ook dat als ze de politie zou bellen ze te horen zou krijgen dat ze nog even moest wachten. Ze kleedde zich aan en ging naar haar werk met het besluit dat ze om het uur naar huis zou bellen en ook naar het werk van Sofie.

Ook Patrick en Daan werden rustig wakker en vertrokken naar hun werk. Patrick haastte zich want hij was toch weer te lang blijven hangen bij het ontbijt. Toen hij het gebouw van Human Resources binnenging, zag hij in een flits een bekende vrouw aan de overkant staan, hij dacht er niet te lang over na, hij haastte zich naar boven, met een blij gevoel in zijn hart vanwege Daan.

Klazien liep heen en weer in haar appartement. De dingen waren nu dus even wat anders gelopen dan ze had gepland. "Rustig, rustig" zei ze tegen zichzelf. Ze probeerde helder te denken, maar haar gedachten gingen heel snel.
Ze wist dat Sofie snel vermist zou worden, ze wist ook dat niemand de verdwijning van Sofie met haar in verband zou brengen, behalve, ja, behalve misschien Linda….

Auteur: Meta

Geen opmerkingen: