zondag 27 mei 2007

Hoofdstuk 3 - Het verleden I

Patrick’s hart bonsde in zijn keel. Toen hij opstond wilde hij liever weer gaan liggen, want toen hij het ongeluk zag wist hij dat het erg was. Robert en Patrick stapten de tram uit om samen verder te lopen. Het verkeer stond helemaal stil. Patrick was blij dat hij Robert geen antwoord hoefde te geven. In de verte hoorde hij politie of ambulance (het verschil wist hij nooit) aankomen. Hij keek nog een keer om en zag dat hij het gezicht van de vrouw achter het stuur kende. Ook zag hij dat er bloed uit haar mond druppelde. Ze zag bleek, en misschien was het zijn verbeelding, maar ook zag hij tranen op haar wang. Hij kreeg het opeens erg koud. Hij herkende haar, het was de moeder van Daan. Angelique heette ze. Daan was een jongen waar hij vluchtig wat mee had gehad en hij had Angelique toen ontmoet. Een lieve vrouw met heel droevige ogen, het had iets te maken met een gebroken relatie, ze woonde in een studentenhuis. Wat hij zich ook nog kon herinneren was hoe Daan had gereageerd op zijn moeders verdriet. Daan voelde zich machteloos en dreigde zijn moeders ex wat aan te doen. De relatie tussen hem en Daan duurde niet erg lang en hij was blij dat hij er niet bij hoefde te zijn als Daan te horen kreeg dat zijn moeder een ongeluk had gehad. ‘Kom op’, riep Robert, ‘anders komen we te laat’. Hij liep achter Robert aan en dacht aan de brief en de lila auto.

Sofie ging rustig aan de koffie, ze had geen haast meer. Ze rook weer aan de brief en moest aan Angelique denken. ‘Het zou toch niet’ dacht ze. Haar gedachten ging als een sneltrein terug naar hun laatste vakantie in Azië toen ze Angelique had verteld dat ze niks meer voor haar voelde en verliefd was op de 33-jarige Linda. Angelique flipte. Ze viel kilo’s af die vakantie, huilde hele dagen en dronk en rookte veel. Angelique kon haar pijn met niemand delen, ze waren ver weg. Voor Angelique was dat een ramp want ze was een mensenmens, en daar was ze zielsalleen. En Sofie kon haar niet troosten. Integendeel zelfs, ze wilde elke dag naar het internetcafé om met Linda te mailen en snauwde Angelique vaak af als die na een uur kwam vragen of ze klaar was. Ook belde ze vanuit de hotelkamer en dan zat Angelique beneden te wachten. Soms keek ze vanuit het internetcafé naar Angelique die dan aan een tafeltje zat met een wijntje en de ene sigaret na de anderen rookte. Haar schouders opgetrokken en soms zag Sofie haar stilletjes huilen. En zij, de grote psychiater, kon niet troosten. Dat had ze eigenlijk nooit gekund. Als een waanzinnige kocht ze schoenen en kleren voor Angelique, maar de tranen hielden niet op. Angelique verloor zich in een soort waanzin, zo’n mate van verdriet had Sofie nog nooit mee gemaakt. Ze wilde dat het zo snel mogelijk ophield.

Het was ooit anders geweest. Zestien jaar geleden kwam Angelique bij haar in behandeling en Sofie werd verliefd op die vrouw die elke week langskwam en bij haar haar hart uitstortte. De sessies kwamen vaker en werden langer. Ze stopten met de behandeling, maar misten elkaar zo erg dat ze besloten samen naar Mexico te gaan. Daar begon met veel passie hun liefde. Ze leerde emoties die ze nooit eerder had gevoeld. Ze kon alle kritiek die ze van collega’s over zich heen kreeg, dat het niet gepast was, aan. Het kon haar allemaal niets schelen. Ze hoorde nog de stem van Angelique die zei: ‘Over tien jaar lachen we er om.’ En nu, zestien jaar later, lag ze naast Linda die een stuk jonger was, geen patiënt maar wel een leerling. Ze dacht weer aan Angelique die riep dat zíj degene was die ziek was. Wie was nu de patiënt? Twee keer? Hetzelfde patroon… Ze moest maar eens in therapie of was het die verschrikkelijke midlife crisis. Wat zouden die 77 dagen betekenen? Zou Angelique hiermee aan willen geven dat zij aan haar laatste 77 dagen was begonnen, of zijn het Sofie’s laatste 77 dagen? Angelique had een zelfmoord poging gedaan toen ze uit Azië thuis waren gekomen en belandde op de paaz. Ze had Sofie gesmeekt om haar mee naar huis te nemen maar dat kon Sofie niet. Ze was zelfs opgelucht dat het zo was gelopen; op deze manier zou Angelique een eigen plek vinden om te wonen. Het leek te eindigen bij het begin: Sofie had Angelique weer teruggegooid naar de psychiatrie. Het liefst zou ze Angelique helemaal uit haar hoofd zetten en daar deed ze nu ook wel haar best voor, zo kon ze zich beter richten op haar nieuwe liefde. Ze kende zichzelf niet meer terug hoe ze gehandeld had toen ze zo verliefd werd op Linda. Ze had ook stiekem in de computer van Angelique gezeten om de foto’s die van haar en Linda er in zaten er af te halen voordat Angelique ze kon vernietigen. En de kinderen Jeroen, Daan en Rebecca, ze had ze niet meer gebeld; ze was bang voor hen en hun loyaliteit tegenover hun moeder.

Maar terug naar die 77 dagen… Hoe langer ze er over nadacht hoe benauwder ze het kreeg. Ze wist hoe wraakzuchtig Angelique kon zijn, En ze wist hoe wanhopig Angelique was toen ze haar had achtergelaten op de paaz. Ze had niet eens omgekeken en de gesloten afdeling achter zich gelaten. En daarbij ook Angelique.
Ze rook weer aan de brief. Een vertrouwde geur steeg er uit op. Angelique rook altijd heerlijk naar bloemen. Ze keek naar het hondje dat Angelique achter moest laten, het leek wel alsof de kleine zwarte oogjes haar beschuldigend aankeken. Ach, dat is maar verbeelding. Maar ze wist dat dat hondje veel voor Angelique had betekend, net als de kat Plompie. Angelique had nog zo gesmeekt of ze die mee mocht nemen, maar Sofie had geweigerd, en waarom was haar eigenlijk ook nu niet zo duidelijk.

Sofie liet de honden uit en trok haar jas wat dichter om haar heen. De nieuwbouwbuurt waar zij en Angelique samen waren komen wonen zag er saai en grijs uit. Langs de sloot waren de mannetjeseenden in gevecht met de vrouwtjes, binnenkort zou weer overal het geluid van het nageslacht te horen zijn. Ze draaide zich om en riep de honden. Sofie dacht aan Linda en voelde zich oud, hoe lang zou het duren voordat Linda haar oud zou vinden. Dat had Angelique haar ook nageroepen ‘straks is het bejaardenseks wat Linda doet’. Wat ze ook deed, ze zou nooit meer zo jong zijn. Binnenkort werd ze 54. Maar daar dacht ze liever niet aan, ze vond het prachtig als mensen haar jonger schatten. Maar zo jong als Linda leek ze echt niet. ‘Zouden mensen denken dat we moeder en dochter zijn’ dacht ze angstig. Ze probeerde die gedachte gauw kwijt te raken. Ze zou gaan sporten, gezonder eten, minder drinken, misschien wat aan boedisme doen, bewust worden van haar eigen ik (die was ze goed aan het kwijtraken, ze moest er bijna om lachen). Ze zou niks tegen Linda zeggen over haar angsten. Linda begreep toch niets van haar relatie met Angelique. Linda had haar heel hoog zitten en Sofie vreesde dat dit gauw over zou zijn. Maar er was nu meer rust dan met Angelique. Naast Angelique was Linda een beetje stil grijs muisje. Die van dingen zoals tennis en klassieke muziek hield en daar kon zij, Sofie, wat mee. Ook was Linda in de fase die iedereen 20 jaar geleden had. De “Jonathan seagul tijd”, de eeuwige zeemeeuw, Sofie had er nog nooit van gehoord maar nu ging ze er helemaal in op. Angelique had er hard om gelachen en lag dubbel van het lachen toen ze hoorde dat zij, Sofie, door Linda “de Jonathan leerling” werd genoemd. Maar goed, Sofie had liever deze rust. Angelique was onvoorspelbaar, er gebeurde altijd wel wat om haar heen. Sofie had haar leren kennen als een passievolle vrouw maar erg wispelturig. Ze dacht aan het dossier dat ze al die jaren had bewaard van Angelique, en waar ze zo nu en dan nog in schreef. Dat dossier had Angelique meegenomen, en daarbij gezegd dat Sofie het nooit meer terug zou krijgen. Ze wilde het wel terug, omdat het haar aantekeningen waren, maar wist dat het een verloren zaak zou zijn.
Als Angelique een kamer vol met mensen binnenkwam, was het alsof de kamer stil viel. Niet omdat ze zo mooi was, maar omdat haar uitstraling mensen raakte. Haar verlegen glimlach trok mensen aan om met haar te praten. Sofie stond er dan naast met weinig woorden terwijl Angelique lachte en deed alsof ze de mensen al jaren kende. Maar als ze een hekel had aan iemand, of iemand had haar onrecht aangedaan dan werd ze meedogenloos en kreeg ze de omgeving op haar hand. Angelique kon soms zo lachen om dingen die anderen niet zagen of boos worden om iets wat ze op tv zag en daar hard tegen roepen. Sofie dacht aan de 500 kaarten die ze van Angelique had gehad, altijd met iets poëzie er op, daar kon Linda niet aan tippen.

Ze keek op haar klokje en zag dat ze weg moest, ze bedacht een sms’je aan Angelique te sturen over die 77 dagen. Het hondje wierp haar een boze blik toe. Ze moest even goed nadenken wat ze er in zou zetten. Ze bracht de honden naar huis en ging naar haar werk.

Auteur: Meta

4 opmerkingen:

Anoniem zei

Zeer aangrijpend verhaal! Goed geschreven.

Gr. van homo Dennis

Anoniem zei

Mooi stuk, erg heftig

Anoniem zei

Wat een heftig verhaal, maar vlot geschreven, bijna in spreektaal. Voor de lezer soms niet zo makkelijk om de verhaallijn vast te houden. Mogelijk omdat er heel veel verhaal en heftigs in de twee hoofdstukken gecombineerd is? Het verhaal zou, natuurlijk verder uitgewerkt, veel meer hoofdstukken kunnen vullen. Wie weet wat er nog als vervolg gaat komen.
Veel succes ermee!! gr. M en T

Monique zei

Inderdaad een zeer heftig verhaal
uit het hart, intens , mooi geschreven


gr,

MV