woensdag 6 februari 2008

Hoofdstuk 15 - Linda’s geheim

Twee ambulancebroeders droegen het lichaam van de hevig trillende Linda naar buiten.
Het was kil en koud buiten en de aanblik van de jonge vrouw deed hen geen goed.
Ook de spoedig gearriveerde rechercheur Agema kon een traan niet bedwingen. Wat als ze iets later waren gekomen? Wat als de buurvrouw niet gebeld had om te zeggen dat er iets vreemds gebeurde aan de andere kant van de muur?

Op de salontafel stonden nog twee lege buisjes waar vermoedelijk pillen in gezeten hadden en een kopje van haar favoriete kruidenthee waarmee ze ze waarschijnlijk weggeslikt had.
Een lange afscheidsbrief was alles wat er verder nog lag. De rechercheur las hem vluchtig door en schrok.
Als ze dit eerder had geweten …

Patrick had redelijk geslapen. Daarna zijn vaste ochtendritueel, dat was hem heilig. Kopje thee, broodje en even ontspannen in zijn warme bed. Kijkend onder de deken wist hij dat er van zijn dagelijkse pretminuutje maar weinig kon komen.
De spanningen rondom de verdwijning van Daan en vooral de raadsels hadden er voor gezorgd dat de lusten plaats moesten maken voor de lasten.

Zijn afspraak met Linda was pas over een uurtje en dan zouden ze vast wel tot een oplossing komen. Er waren nog zoveel vragen en misschien kon zij hem daar wel antwoorden op geven.
De deurbel verstoorde zijn positieve gedachten.
Patrick schoot zijn warme ochtendjas aan en liep de trap af. Hopende op niet nog een bezoekje van de plaatselijk jehova’s getuigen deed hij de deur open.
Even sloeg zijn hart over.
Voor de deur stond de lange rechercheur Van der Vlies.
“Dag Patrick” zei de man en het klonk alsof er vogels in zijn hoofd rond vlogen.
De warme gedachte werd echter bruut verstoord door het nieuws dat de rechercheur aan Patrick kon vertellen. “Ze leeft toch nog wel?” wilde Patrick weten.
Van der Vlies bevestigde dit maar gaf aan dat ze een tijdje rust moest houden. Het klonk voor Patrick allemaal wat verward.
Waarom hij? Waarom Linda? Waarom Daan? Waarom Sofie?
Wat hadden ze gemeen? Was het geen droom?

Langs het strand waaide een stevige westenwind en de meeuwen schreeuwden alsof het een lieve lust was.
In de bunker was het rustig. Daan en Sofie sliepen een beetje.
De inspanningen van de laatste dag had hen uitgeput en ze konden toch weinig aan de situatie veranderen momenteel.
Klazien voelde zich machtig maar er knaagde toch iets aan haar.
Ondanks dat ze vond dat ze alle touwtjes in handen had was er iets wat haar eveneens vermoeide geest bezig hield.
Maar hopen dat niemand ontdekte welke band zij en Linda hadden gehad.
Angelique had het geheim gekend maar had het letterlijk in haar graf meegenomen. En dan was er nog die vrouw op het gemeentehuis maar die moest inmiddels tachtig zijn of beter nog, overleden.
Klazien bladerde nog wat in een boek. Ze mocht graag over misdaad lezen en het had haar al op vele goede ideeën gebracht.
Onwetend van wat er buiten de bunker gebeurde zakte ze nog verder in haar boek en genoot.

Even buiten de bunker liep een jonge man langs de kustlijn. Lange wapperende blonde haren en een nonchalante blik. Klein mutsje op en een blauwe driekwart broek. Beetje type Sil de Strandjutter.
Iedere dag liep hij langs deze plek en het was hem opgevallen dat er al enige dagen een auto bij de bunker stond.
Dat was lang niet meer gebeurd. Hij kon zich herinneren dat er vroeger wel eens een lesbisch stel in de bunker verbleef. Maar dat waren altijd aardige mensen geweest.
De jongen schonk er verder geen aandacht aan, liep langs de auto en keek even de bunker binnen.
Door het weinige licht dat er in de bunker binnendrong was er weinig te zien.
Morgen zou hij wel weer gaan kijken.

De rechercheurs waren inmiddels aan het puzzelen geslagen. De inhoud van Linda’s brief had hen geschokt. “We moeten snel handelen!” klonk het hard uit de mond van Agema. Van der Vlies kon dit alleen maar bevestigen. Waarom was Linda zo bang voor deze Klazien, wie was deze Klazien eigenlijk en kunnen we nog iets over haar in onze dossiers terugvinden?
En dan was er nog dat kopietje dat bij de brief zat. Het leken wel adoptiepapieren of iets dergelijks. Het zou toch niet zo zijn dat …
Nee, dat kon niet, of wel?

auteur: Rik

Geen opmerkingen: