donderdag 28 februari 2008

Hoofdstuk 16 - Linda's verhaal

Linda lag stilletjes te peinzen in het steriele ziekenhuisbed, tranen welden af en toe op in haar ogen.
Ze kon zich niets meer herinneren van wat er zich de avond ervoor allemaal had afgespeeld. Ze wist alleen nog dat ze zich verschrikkelijk verdrietig en alleen had gevoeld. Ze miste Sofie, haar lieve zachte fijne veilige Sofie, ze was vreselijk bang voor Klazien én haar vernietigende geheim. Het zweet brak haar uit als ze eraan dacht dat het misschien wel eens mogelijk was dat Klazien achter de verdwijning van Sofie zat en haar zou vertellen..??
“Ze is er sluw genoeg voor..” dacht Linda, terwijl zij opschrok van de verpleegster die haar kamer binnenkwam.
“Ze zijn hier allemaal zo lief voor me” dacht Linda, “alsof ik van porselein ben” terwijl ze haar kussens lekker liet opschudden en de verpleegster haar een nieuw glas water gaf.

Op datzelfde moment werd er zachtjes op haar kamerdeur geklopt en kwam rechercheur Agema de kamer binnen, op de voet gevolgd door rechercheur Van der Vlies. “hihi, ze kijken alsof er iemand dood is” dacht Linda een moment giechelig in zichzelf, maar op hetzelfde moment schrok ze vreselijk van de gedachte. “Stel dat het inderdaad zo was?
Ik moet er duidelijk nog aan wennen dat mijn leven in een slechte soap is veranderd”, dacht ze en ze veegde snel de laatste tranen van haar wangen.

“Goedemorgen Linda”, zei rechercheur Willemien Agema, “mogen we je wel even storen met een aantal vragen?”
“We hebben je brief gevonden, Linda”, zei rechercheur Van der Vlies, “en dat heeft ons een hoop vragen opgeleverd. We hopen dat je ons kunt en wilt helpen om een aantal daarvan op te helderen, denk je dat je daartoe in staat bent?”
“Owh nee..owh nee”, dacht Linda en bij het idee alleen al brak haar het zweet weer uit. Ook de rechercheurs zagen de paniek die ontstond in de ogen van Linda. Waar was dit meisje toch zo bang voor en wat had haar ertoe gebracht om gisteravond twee flesjes pillen weg te spoelen met een pot kruidenthee?
Veel langer kon rechercheur Agema niet wegdromen in de gedachten en vragen die zij rondom deze zaak allemaal had want, vanuit het niets, kwamen daar de oncontroleerbare tranen van Linda.
“ik…ik…ik heb…ik…wil…wel…maar..”, snikte ze wanhopig, ‘maar…ik…bedoel…ik…ik…weet niet…snapt u?”
Rechercheur van der Vlies trok een krukje bij het bed en ging dicht bij het hoofdeind van het bed zitten en probeerde Linda enigszins te kalmeren. “Rustig maar meiske, als jij nu eens rustig in en uit ademt, leg je handen maar op je buik, voel je eigen ademhaling..juist, ja zo..en neem maar een slokje water..juist ja…dat is beter. Begin nu maar eens van voren aan te vertellen en dan kijken wij wel wat we met al onze vragen kunnen en wat er na afloop van je verhaal nog overblijft. Zullen we dat zo afspreken?”

Linda kon niet anders dan knikken en haar tranen wegslikken. Deze rechercheur was zo aardig en zijn uitstraling was zo geruststellend. Ze merkte dat ze helemaal ontspande en bijna vergat waar ze was. Ze haalde diep adem en begon te vertellen:
”Oké, het begon echt allemaal heel onschuldig en we hadden echt niet door wat er allemaal nog meer speelde…”
De rechercheurs knikten haar bemoedigend toe.
Vooral Agema was heel nieuwsgierig naar het verhaal dat Linda te vertellen had en zat op het puntje van haar stoel. Van der Vlies knikte Linda bemoedigend toe en klopte haar even op haar onderarm ter stimulans om door te praten.

“Goed, zoals jullie ondertussen hebben gelezen in mijn brief heb ik een paar jaar geleden een relatie gehad met Klazien….” Even leek Linda weer te twijfelen of ze wel verder wilde gaan met haar verhaal, maar toen ze Van der Vlies in zijn bruine ogen keek en zag dat hij alle tijd nam en geen haast leek te hebben, vervolgde ze haar verhaal.
“We hebben elkaar ontmoet op een feestje van een wederzijdse vriendin van ons, ze kwam op me af en begon een praatje. Nadat we de hele avond met elkaar hebben gepraat en gedanst stond ze erop dat ze me naar huis zou brengen. Ik mocht van haar niet meer alleen over straat. Tuurlijk was ik me bewust van het grote leeftijdsverschil maar in eerste instantie was er geen intentie om een relatie te krijgen; in ieder geval niet van mijn kant en haar zorgzame karakter sprak me toen enorm aan.
Een paar dagen later stond ze op mijn stoep met een verhaal dat ze concertkaartjes had voor de Nationale Reisopera en dat ze aan niemand anders kon denken om mee te nemen dan aan mij.”
Op de vragende blikken van de agenten reageerde ze snel door te zeggen dat ze het er die bewuste avond over hadden gehad dat klassieke muziek haar passie was en dat zij al jaren harp speelde.

“Ik vond het leuk, de aandacht, het feit dat ze aan me dacht, cadeautjes voor me kocht en moeite voor me deed”..vertelde Linda verder, “ik genoot van het feit dat ze naar me luisterde, me troostte als ik verdrietig was en in zekere zin klopt het als ik zeg dat we beiden toe waren aan warmte en elkaars aandacht en warmte. Dat dat op een avond volledig uit de hand is gelopen..dat wist ik echt niet..”stamelde Linda, “als ik dat had geweten…ik schaam me er zo voor.”

“Jij hoeft je helemaal nergens voor te schamen”, rechercheur van der Vlies trok weer zijn vaderlijke gezicht en keek Linda recht in haar ogen. “Vertel jij nu maar rustig door wat er allemaal is gebeurd maar neem de tijd, oke?”

“We hebben een tijd gewoon vriendschappelijk met elkaar opgetrokken maar op een gegeven moment begon Klazien meer voor me te voelen. Ik merkte het aan jaloerse reacties wanneer ik af en toe een date had met een ander meisje, of als we door de stad liepen en ik zei dat ik een meisje mooi vond…dat vond ze overduidelijk niet leuk en dus ben ik ermee opgehouden.
Ik voelde me er ook wel een beetje schuldig over, Klazien was zo goed voor me, we deden alles samen en langzaam maar zeker vervaagden de grenzen van onze vriendschap. En werden we steeds intiemer. Ze bleef slapen; eerst op de bank, toen bij me in bed…ze bleef eten; eerst af en toe en toen steeds vaker en uiteindelijk woonde ze praktisch bij me in.
Begrijp me goed, ik wilde het zelf ook zo, ik miste haar als ze weg was..als ze alleen maar even naar de winkel was, als ze een avond met vriendinnen afsprak, als ze een avond niet met me wilde vrijen…we waren een twee-eenheid, we waren voor elkaar geschapen”.
Even keek Linda op, in de ogen van de beide agenten.
Ze had vuurrode wangen van het vertellen en haar ogen glansden van de inspanning waarmee ze oude tijden deed herleven.

“Vreemd”, dacht ze, “waarom kan ik dit wel aan twee wildvreemde agenten vertellen en niet aan Sofie?”
“We deelden alles, ons verleden, ons heden en onze toekomst”, een bitter lachje ontsnapte haar keel, “zo zeiden we dat steeds; we delen elkaars verleden, heden en toekomst. Klazien heeft toen zij nog erg jong was, een kindje gehad dat zij, onder grote druk van haar ouders heeft moeten afstaan direct na de geboorte en ik ben, zoals u ondertussen weet, geadopteerd. Dit schepte een band, we konden samen uren fantaseren over die hele situatie. Wie en waar zou haar dochter zijn? Wie en waar zouden mijn biologische ouders zijn? Eindeloos konden we hierover praten, dromen, fantaseren”.

“Na verloop van tijd, ik denk een aantal maanden, merkte ik dat onze intimiteit, onze passie en onze verwantschap me begon te benauwen. Ik kon nergens heen zonder Klazien uitvoerig uit te leggen waarheen en met wie en hoelang en waarom…” even bleef het stil en staarde Linda naar haar laken en terwijl ze er, in gedachten, aan plukte verscheen een diepe rimpel tussen haar wenkbrauwen.
“Klazien was niet meer de zorgzame lieve hoogopgeleide vrouw die me aan het lachen kreeg, steeds vaker bekroop me een naar gevoel als ik na mijn werk naar huis kwam en bedacht dat zij alweer op me zat te wachten om me uit te horen over de dag. We hebben er eindeloze ruzies over gehad en uiteindelijk heb ik besloten voor mezelf te kiezen en de relatie te verbreken. Klazien was ziedend, heeft me nog een lange tijd achtervolgt, van alles geprobeerd om het contact weer te herstellen maar ik heb, misschien juist wel door haar vasthoudendheid, daar nooit toegegeven..gelukkig maar” zuchtte ze.

“Uiteindelijk ben ik verhuisd naar een andere stad om maar van haar af te zijn en om mezelf de kans te geven een nieuw leven op te bouwen. Niet lang daarna kwam ik Sofie tegen en heb ik met mezelf afgesproken om nooit meer aan Klazien en aan die vreselijke tijd te denken. Ik leef nu en wil nu genieten en gelukkig zijn en dat lukt heel goed met Sofie.”
Bij de gedachte aan Sofie stroomden de tranen over Linda’s wangen en begon ze onophoudelijk te huilen terwijl ze heen en weer wiegend bleef herhalen: ”ze mag het niet weten, ze mag het niet weten, ze mag het niet weten….ik ben zo bang, zo bang zo bang”


Rechercheur Agema leunde naar Linda toe en vroeg haar op zachte dwingende toon: ”Linda, waar ben je zo bang voor? Linda, kijk eens naar me, waar ben je zo bang voor? Wat mag Sofie niet weten? Ben je bang voor Sofie? Heeft Sofie je iets aangedaan, ben je bang dat ze je wat aan gaat doen?”

Linda zocht naar de woorden om uit te leggen dat niet angst maar schaamte haar weerhield. “Jullie snappen het niet...” Linda keek door haar betraande ogen de rechercheurs aan. “Jullie snappen het echt niet he? Moet ik het dan echt hardop zeggen?” De agenten keken elkaar verward aan. " We wisten het niet. Later pas. Geloof me alstublieft..." Linda begon oncontroleerbaar te trillen en stamelde na enkele stille minuten: "Klazien is mijn biologische moeder".

auteur: Anne

Geen opmerkingen: